#3 Geplaatst: 2007-04-09 16:15:07Beste Marjan Vosenfaber, beste PS Vaandering,
ik zie drie vragen die beantwoordt moeten worden:
1. Wat is de warmtebehoefde van dit gigantische vertrek?
2. Wat is het beoogde gebruik?
3. Hoe zit het met convectie <--> straling?
1. Warmtebehoefde
Bij zo'n gigantisch vertrek (600m3 zou een zaal van BxLxH = 10x17,3,5m kunnen zijn) valt de warmtebehoefde niet met de dikke-duim-formules van de Brico's te berekenen. Ter oriëntatie:
Deze formules zeggen 40kW/m3 bij goede isolatie, 50-60 bij matige. Dus dat betekent al een Bullerjan van 24 à 36kW.
Een warmteoverdrachtsrekening volgens EN 12 831, die met alle relevante factoren rekening houdt, is vereist (in het Frans bilan thermique of ook étude thermique ).
2. Een ruimte met deze afmetingen is onmogelijk met één warmtebron (dus zonder bijv. geforceerde luchtomwenteling) enigszins gelijkmatig te verwarmen. Of u hebt de situatie van oude kastelen: dicht bij het vuur vanwege de warmte niet te harden, en verder weg sterf je van de kou.
Als het een opslagruimte of een werkplaats is zou er nog over te praten zijn, maar voor een wonverblijf lijkt het mij niet acceptabel.
3. Zoals Peter Vaandering reeds schreef is het een probleem van balans tusen convectie, straling en warmtebuffer (inertie thermique).
De Bullerjan heeft praktisch geen warmteopslagcapaciteit, en als de ruimte die in de vorm van dikke muren heeft dan moet de kachel dagenlang 'bullern' om een dragelijk binnenklimaat te creëren.
Ik ken dat van mijn school in de vroegere DDR. Een klaslokaal had een ijzeren kachel die wij 'kanonenoven' noemden - alleen ijzer. Een ander lokaal had een tegelkachel. Op maandagmorgen was het in het tegelkachel-lokaal aangenaam (de huismeester begon om een uur of vier met stoken) terwijl het in het kanonenoven-lokaal pas maandagavond te harden was; daarvoor was het de ridderzaal- situatie. Pas als de muren door convectie opgewarmd waren en straling af konden geven was er een aangenaam leefklimaat.
De mens staat immers in een gecompliceerd thermodynamisch evenwicht met zijn omgeving. Convectie, straling en tocht moeten binnen nauwe grenzen blijven.
Dit even als stof tot nadenken, maar ik houd het met P.Vaandering: meer gegevens, meer onderzoek!
Christian von Klösterlein