#4 Geplaatst: 2008-04-29 09:54:53Het is niet zo ingewikkeld. Eigenaars van onroerend goed betalen "taxes foncières", bewoners betalen "taxe d'habitation".
De grondslag voor beide aanslagen wordt bepaald door de Belastingdienst, het lokale Hôtel des Impôts. Bij voorbeeld de taxes foncières: op de aanslag staat een "base" vermeld, een getal dat niet overeenkomt met een waarde in euro's. Het is een index, vervolgens worden daarop de bijdragen voor de gemeente, het departement etc. gebaseerd. Een en ander afhankelijk van waar het object staat.
De taxe d'habitation is een vergelijkbaar geval. Op de aanslag wordt een "valeur locative brute" vermeld, met als toelichting (vrij vertaald): "deze waarde is bepaald door de Belastingdienst op basis van de gedeclareerde gegevens na aankoop van de zaak. Factoren waarmee wordt gerekend zijn de oppervlakte, het aantal kamers, bijgebouwen en dergelijke. Referentie is januari 1970, geïndiceerd per gemeente. Sinds 1981 een jaarlijkse landelijke herwaardering, voor 2007 bedroeg de index 1,8%."
Huizen die worden bewoond als primaire woning zijn 'goedkoper' dan vakantiehuizen, en landbouwgrond is goedkoper dan bouwgrond, bij voorbeeld.
Kortom: u moet zich wenden tot het lokale kantoor van de Belastingdienst. Of wachten op de aanslagen die ongetwijfeld een keer zullen arriveren.
Overigens & terzijde: vanwege die waarde voor de taxe d'habitation is er een koppeling tussen de aanvragen voor een bouwvergunning en de Belastingdienst. Daarom moet je "toestemming" vragen - melden - voor het plaatsen van dakkapellen, velux-ramen en dergelijke. We verbouwen immers een oude hooizolder en dat worden twee kamers. Met gevolgen voor de waarde.
Nog een aardige anekdote tot slot. Een tijdje geleden was er een Fransman die een naheffing op zijn taxe d'habitation ontving. Men had een zwembad geconstateerd en dat tikt immers lekker aan...
Onze boer was nogal ontzet en begon te piepen want hij had helemaal geen zwembad. Op het kantoor van de Belastingdienst was men onverbiddellijk. Hij moest betalen want ze hadden bewijzen. "Kom maar op!"
Trots toonde de ambtenaar een luchtfoto en jawel, op het erf achter het woonhuis stond een keurig rechthoekig blauw vlak.
Maar het was brandhout, onder een dekzeil.
Peter.